In het kort
Michel heeft een vergadering in Sittard, dus we gaan samen een lang weekend naar Limboland!
Michel heeft een vergadering in Sittard, dus we gaan samen een lang weekend naar Limboland!
Deze ochtend heb ik mijn vrijwilligerswerk in de kruidentuin afgezegd. Ik moet namelijk nog inpakken en de poezenverzorging aan mijn buurvrouw overdragen. Nadat ik tegen achten mijn bed uit ben gerold begin ik dan daar maar eens mee. Zo nu en dan app ik Michel wat dingen die hij ab-so-luut niet moet vergeten. Zijn twee nieuwe zonnebrillen bijvoorbeeld, die zijn deze week eerder al genoemd. Hij antwoordt op al mijn verzoeken braaf ‘ja’ terwijl hij nog een half dagje op kantoor zit.
Tegen elven komt de buurvrouw langs. Ze laat zich vlug vertellen hoe mijn poezen het comfortabelst leven en haast zich dan weer de deur uit naar haar werk. Zo, geregeld.
‘Nog even lunch maken’ appt Michel me om twaalf, de oorspronkelijk afgesproken tijd. Vind ik best, ik weet dat ik het van eten toch niet win bij hem. Als hij om twintig over wel arriveert, heeft hij voor ons beiden een lekker broodje gezond bij zich. We smullen het aan tafel even op. Verder ben ik al klaar.
‘Verhip, ik ben mijn zonnebrillen vergeten’ mompelt Michel tussen twee happen door. ‘Jammer’ zeg ik terug. ‘En ook mijn creditcard’ terwijl hij probeert een exclusief klein restaurantje met aanbetaling te boeken. Die aanbetaling doe ik dan even, waarop hij zich realiseert dat hij ook zijn monitor vergeten is. ‘Ik moet wel werken’ piept hij. ‘Goed, dan gaan we terug’ zeg ik kordaat. ‘We gaan niet terug!’ ‘Je bent al vier dingen vergeten!’ Dus we gaan terug.
We maken een detour door Hengelo en Michel belt daar nog even met de klant van morgen, terwijl ik ongemakkelijk op de stoep passanten zich langs de auto zie wurmen. Michel komt na enige tijd naar buiten met al zijn spullen én de twee zonnebrillen, en we kunnen op pad.
‘Eigenlijk wil ik nog door de wasstraat’ hoor ik al gauw naast me ‘maar we zijn al zo laat’. Mij maakt het niet uit, maar voor Michel is dit een werkdag. Hij moet nog wat uurtjes inhalen zodra we daar zijn. Dus zoeven we door, de grens over. Eerst even tanken in Epe. We slaan bij de K&K tegenover ook gelijk drie flessen alcoholvrije witte wijn en champagne in. ‘Feierabend, wir ge’n zaufen!’ grap ik tegen de caissière, me helemaal niet realiserend dat het pas donderdagmiddag is. Ze kijkt dan ook wat gek.
Nu scheuren we verder, de B31 op en dan zuidwaarts. Zo jakkeren we parallel aan de Nederlandse grens naar Venlo. Pas daar steken we weer over. Dat is ook waar we in de files terechtkomen. Ik vind het wel vroeg, maar Michel stoort zich er haast niet aan. Koeltjes zoeft hij de Alfa over het wegdek, op naar Schinnen.
Daar stuiten we toch op behoorlijk ‘Italiaanse praktijken’. We zijn net voorbij Schinnen van de snelweg af of we belanden op een ingewikkeld verkeersplein met allerhande rotondes, voorsorteerstroken en krullende afritten. Michel moet goed opletten. Gelukkig komen we met een paar zwieren in de buitenwijkjes van Schinnen aan. Twee straten verder en we zijn ‘Achter de Kerk’ alwaar onze casa zich bevindt. Uitpakken!
We installeren ons in onze hoek van dit ‘kleinste kasteeltje van Nederland’. Het is, zo kunnen we lezen, een voormalige schuur boven een garage. Beide zijn verbouwd tot twee gastenverblijven. Dat van ons is rianter, maar beiden liggen heel mooi. Aan de achterkant kijken we uit op de terrassentuin met vijver van de eigenaren.
Ik reserveer bij een exclusief restaurantje in het dorp dat met 1 Groene Michelin-ster bekroond is. We wandelen er heen en worden uitgebreid verwelkomd. Het zaakje heeft maar hooguit tien tafels en de eigenaar en zijn vrouw bestieren de keuken en de bediening. We nemen een smakelijk arrangement met alles volledig biologisch, waarbij Michel allerlei bijpassende fruit- en groentesapjes krijgt. Ik daarentegen krijg ‘het wijnarrangement’ en dat is niet mis. De vrouw belooft al iets minder hard door te schenken, want ik hou het per gang echt niet bij. Steeds harder knipper ik met mijn ogen om nuchterheid te veinzen. Witte en rode bellen wisselen elkaar af. Aan het einde van de avond voel ik me echt helemaal niet lekker meer. Bij vertrek houd ik me nog even groot voor een afsluitend gesprekje met de gastvrouw, dan struikel ik aan Michels arm mee naar huis. Lang geleden dat ik zo, zo tipsy was. Thuis slik ik op Michels advies nog gauw een paracetamol, dan krabbel ik in bed en val in een heel diepe slaap.
Vandaag word ik wakker met zo’n typisch ‘dood vogeltje in mijn mond’. Ik heb dat een keer gelezen en kan het niet anders omschrijven. Hoewel de hoofdpijn uitblijft (dank aan de paracetamol?) voel ik me heel duf. Michel doet de deur open voor het verzorgde (champagne-)ontbijtje en ik probeer vast mijn laptop in gereedheid te brengen voor de werkdag. Gelukkig vandaag veel hangend werk en vergaderingen.
Na lekkere broodjes en jus d’orange ben ik goed genoeg in vorm om de werkdag te starten. Ik schrijf, schrap, lees me in, corrigeer,… en meld me in een standup. Daarna mag ik gelijk een langere vergadering in, waar ik meestal alleen maar toehoorder ben. Tegen de pauze ben ik daarmee klaar. Michel heeft zich inmiddels al voorzichtig op het balkon grenzend aan onze woonkamer gezet. Het is wat fris, maar de zon schijnt direct op ons, de wolken zijn weg. Heerlijk. Met een trui aan en een petje tegen de schittering kan ik na de pauze zo door mijn volgende vergadering in. Daarin wordt veel duidelijk, en ik kan weer verder. Nog even een laatste uurtje flink aan het schrijven en schrappen, tot de interne bedrijfspresentaties beginnen. Michel vertrekt ondertussen naar zijn afspraak in Sittard, en vraagt me nog snel even of ik het ontbijt wil regelen voor de komende ochtenden.
Ik kan mijn draai niet vinden aan mijn kleine werkplekje hier, dus veel schrijven doe ik niet. De laatste ‘meeting’ van de dag komt ook veel te snel. Als ik even in mijn chat kijk zie ik wel onthutste opmerkingen van collega’s die mij even online hebben gespot. ‘Waar zit je?!’ ‘Lekker weer daar hey!’ en zo gaat het voort. Ook als ik met mijn kleine webcambeeldje deelneem aan de groepsmeeting in de kantine hoor ik even wat ‘oohs’. Het helpt ook wel dat mijn gezicht al wat gekleurd is, en ik voor de vorm een witte blouse en een wit petje draag (nog net niet mijn posh zonnebril). Ook zit ik vol in de zon met een wijnglas vol diluted 0.0 champagne. Faking the jet set life, my darlings.
Maar, over jet set gesproken; vanavond moet het even wat rustiger aan. Nog net op tijd heb ik ontbijt besteld, ervan uitgaand dat Michel dit betaalt; van de bedragen per ochtend rol ik even met mijn ogen. Maar hé, hij heeft toegezegd, dan ga ik geen nee zeggen.
Michel komt tegen zessen thuis en werkt nog een uurtje door. Ook ik schrijf nog snel even wat opdat ik toch nog wát gedaan heb vandaag. Daarna bezinnen we ons op het avondeten.
We komen overeen dat het vanavond een stukje bescheidener kan dan gisteren. Dus wandelen we even voor achten naar de supermarkt in het dorp. Die is echt maar vijfhonderd meter weg, wat makkelijk. We slaan crackertjes, smeersels en kaasjes in. Michel haalt voor de zekerheid koffie, want hij vreest dat we zonder zullen zitten aan het eind van het weekend. En dat kan niet!
Thuis ruim ik de bartafel af, want het weekend is aangebroken. We snacken toastjes en drinken de alcoholvrije bruis op. Zo. Nog een potje Patchwork, waarin Michel gewaagd speelt, maar ik toch win, en dan kunnen we naar bed.
We rollen even voor negenen ons bed uit – heerlijk geslapen – en terwijl Michel doucht neem ik de doos ontbijt in ontvangst. Een olijke man met een baard komt die nu elke ochtend brengen vanuit de brasserie 500 meter verder aan de straat. Wat een service.
We pakken de doos weer uit en smikkelen er vandaag weer rustig van. Ook nu laten we de champagne voor wat ‘ie is. De ochtend begint met een voorzichtig zonnetje, dus we gaan wandelen!
Eerst wandelen we de straat uit, neerwaarts. Al gauw zien we links van ons een trap omhoog de heuvel op. Naar ‘De Mariakapel’. Wat mooi dat die zo op de heuvel vlak achter de kerk ligt. Nieuwsgierig als we zijn moeten we daar natuurlijk heen. Michel holt rap de trappen op omhoog, ik doe het wat rustiger aan. Bovenop hebben we inderdaad een leuk uitzicht over het dorp. We struinen wat door het bos rond het kapelletje en belanden uiteindelijk bij een pad door een weiland. ‘Pas op voor loslopend vee’ staat er. Michel is goed op zijn hoede dat we niet door een stier achterna worden gezeten.
We wandelen nog wat rond andere velden, boomgaarden en akkers, zien een ponyrijles bij de manege, en dalen af naar de Mulderplas. Dat is eigenlijk wel een aardig natuurgebiedje geworden, kunnen we op de infoborden lezen. We lopen stukken over natuurlijke en aangelegde paden. Erg zonnig wordt het niet, maar het is prima wandelweer. Met wat slingers bereiken we de hoofdweg weer, en zetten weer koers naar huis.
Daar is het tijd voor een Luikse wafel en een kopje espresso. Het blijkt op ons balkon zonniger dan verwacht, dus gaan we daar zitten. We raken aan de praat over onze trip naar Finland. Die moeten we onderhand maar eens plannen, vind ik. Dus beginnen we wat datums te prikken op papier en maken een plan. In het volgende halfuur boeken we vanaf ons balkonnetje de Airbnb en de vliegreis. Duizelig van het smijten met geld en reisinfo klap ik de laptop dicht terwijl de bevestigingsmailtjes binnenstromen. Even bijkomen terwijl Michel de Moto GP kijkt.
Daarna besluiten we nog een korte wandeling te gaan maken, het is immers nog licht. Nu gaan we op de bonnefooi de andere kant op. Dat blijkt een minder florissant deel van Schinnen. Het stadspark is meer een hondenuitlaatplek met een twijfelachtige beek die er wat flauwtjes doorheen meandert. Je moet overal goed op je passen letten om niet in een drol te trappen. Ach, we zijn even buiten, maar laten we maar weer huiswaarts gaan.
Ik kleed me om naar mijn nette beige jurk en maak me klaar voor nog een avondje restaurant. We gaan nu namelijk naar een piepklein etablissementje in Vaals, dat een klant Michel aangeraden heeft. We zoeven – via Duitsland – naar dit uiterste hoekje van Nederland, en parkeren in een piepklein straatje in het centrum. Er is werkelijk gewoon plek op deze zaterdagavond. Twintig passen en we staan voor het restaurantje. We zijn de eersten.
De Italiaanse gastheer en zijn Nederlandse vrouw heten ons hartelijk welkom. Gelijk wordt de link met onze klant (wiens naam we móesten noemen) gelegd en zit alles snor. Te drinken is er helaas alleen maar water, want de gastheer vindt alcoholvrije wijn echt bocht waar hij zich voor schaamt. Dat snappen we, dus drinken we prikkelende San Pellegrino. Gelukkig komen er inmiddels ook voor de andere vier tafels gasten binnen, zodat we niet zo aangekeken worden. Op onze borden verschijnen liflafjes die zich kunnen meten met die uit het restaurant van eergisteren. Gelukkig blijf ik nu wel nuchter. Toch hebben we een beetje de indruk dat de smaken hier wat minder exclusief zijn. Alles is een beetje bleu, het mist wat. Nouja, goed. We glimlachen braaf en we eten lekker door. Aan het einde van de avond krijg ik een witte roos en mag Michel de overgebleven ‘schade’ aftikken.
We rollen weer met onze bolide een half uurtje naar huis, alwaar een zacht verlichte woonkamer ons opwacht. Hoe de lampen werken is nog steeds een bijzonder raadsel. Op enkele plekken in de woning zitten bewegingssensors, die met enige vertraging groepen spotjes aan of uit laten gaan. Dat gebeurt nogal willekeurig en dat maakt het huis wel apart. De infrarood-warmteplaat aan de wand deed ons ook al even opkijken. We dachten met een oververhitte Samsung-TV te maken te hebben (die TV verscheen binnen bereik op mijn telefoon, maar hing niet in onze woonkamer).
We zijn wel moe, dus gaan vrijwel gelijk naar bed. Morgen de laatste dag alweer!
Vandaag staan we nipt voor negen uur op. Ik schiet gauw in een jurk terwijl Michel onder de douche gaat. Ik heb het gordijn bij de voordeur nog niet aan de kant geschoven, of de olijke bebaarde man staat al voor de deur. ‘Zo mooi hè mevrouw’ lacht hij in Limburgs accent. ‘Straks gaat u er nog aan wennen, elke ochtend zo’n ontbijt’ke’ waarop ik prompt lach ‘Ha! Dan kent u mijn man nog niet, ik heb dit elke morgen!’ daarvan heeft hij even niet terug. Ik zeg maar zo: ontlok mij geen eerlijkheden vóór mijn eerste kop koffie, want ze vliegen mijn mond uit.
Zodra Michel uitgedoucht is smikkelen we ons ontbijt weer weg (nu in de verzameling: 2 flesjes, champagne, 1 flesje prosecco!) en pakken we onze tassen in. Even na tienen zijn we daarmee klaar. Ik doe nog een rondje door het huis, Michel ook, en dan zijn we ready to go.
Eerst stuurt Waze ons zuidelijk, naar Thull en Vaesrade. Maar om onduidelijke redenen wil Waze geen commentaar meer geven bij onze trips. Alles probeer ik, maar geen geluid, alleen vanaf de mobiel zelf. We laten het maar even zo en kiezen voor Google Maps. Die praat weliswaar Engels en spreekt daardoor iedere naam onbegrijpelijk uit, maar ze roept tenminste wel op tijd dat je af moet slaan. Maar ja, ander systeem, ander idee, dus deze navigatie stuurt ons weer vrolijk terug Schinnen in en dan de Nederlandse snelweg op. We rijden zelfs nog even mis op het Italiaanse verkeersplein.
Terwijl ik nog wat opzoek om onderweg te gaan bekijken suizen we noordwaarts. Het weer wordt nog enigszins zonnig, onverwacht. In het begin van de middag bereiken we Epe. Tijd om weer te tanken nu we toch hier in Duitsland zijn. De K&K is helaas dicht. Zowel voor Michels geliefde broodjes, als voor die éne fles 0.0 witte wijn die we domweg in de koelkast van onze Airbnb hebben laten staan. Nouja.
Op Michels voorstel zoeven we nog even door naar Rick’s Vis. Want, zo is Michels argument, na twee dagen exclusieve restaurants met liflafjes van knikkerformaat moet je gewoonweg weer eens écht eten. Ik stem in, want het is alleen maar handig als ik straks bij het paarden verzorgen niet zelf honger heb. En zo zitten we nog even in de overvolle keet op de Overdinkelse grens, en rollen we daarna de bekende route door naar huis. Thuis, uitpakken… en morgen weer werken.