Italië met een twist
Het is voorjaar, 2003. Ik zit op de blauwe bank in de Rijswijkse bovenwoning, die ik tot voor kort ónze bovenwoning noemde. Maar dat is het niet meer. Het ‘onze’, dat wil zeggen, Eend en ik, is voorbij. Mijn eerste echte lange relatie, inclusief samenwonen in het verre westen, is over en uit. Op deze blauwe bank maakten we plannen voor de zomervakantie: met de trein naar het Zwarte Woud, mountainbikes huren, fietsen en wandelen. Maar nu zit hier alleen met heel andere plannen.
Wat eerst moet gebeuren, is natuurlijk uit elkaar gaan. Dat zetten mijn ouders in gang. Op 26 april – mijn verjaardag – rijden ze zonder omhaal de verhuiswagen voor en brengen ze met al mijn meubels en snuisterijen terug naar mijn ouderlijk huis in mijn geboorteplaats. Eend, die na enkele weken uit-maar-niet-uit-elkaar gevlucht was, kan weer terug zijn bovenwoning in en de rest van zijn leven gaan leiden. Ik kan hier, in het oosten, ook een nieuw leven beginnen. Het moet maar.
Omdat de zomer nadert boek ik alsnog een vakantiereis. Het internet is dan nog simpel en ik maak mijn keus met de papieren gids bij de hand. De gids van Peter Langhout Reizen wel te verstaan. Ik wil op reis naar het mooie Italië. Historische plaatsen en gebouwen bekijken. Maar ik spreek de taal niet.
Waar iedere jongvolwassene nu direct een Interrail zou boeken en op de bonnefooi het Italiaanse land in zou zoeven om zich aldaar te redden in steenkolenengels, ben ik door mijn ouders behoorlijk bangig opgevoed. Zo’n soloreis lijkt me verschrikkelijk gevaarlijk. Dus kies ik een groepsreis met een Nederlandse chauffeur annex reisleider. Met hernieuwde moed boek ik de tiendaagse trip.
Enkele weken na mijn boeking gaat mijn telefoon. Een telefoniste van Peter Langhout Reizen belt mij persoonlijk op. Ik zit in mijn kleine slaapkamer en hoor haar verhaal aan.
‘Ik zag uw inschrijving… en uw geboortedatum’ begint ze vriendelijk.
Ik hum instemmend.
‘Klopt het dat u 19 jaar oud bent?’ Ik bevestig.
‘Is het u duidelijk dat de gemiddelde leeftijd bij onze reizen zestig jaar is?’
Ik kijk verbaasd, maar dat ziet ze natuurlijk niet. Nee, dat wist ik niet, geef ik toe.
‘Ik kan mij hier voorstellen dat u een vergissing heeft gemaakt. Het zal voor u mogelijk een heel saaie reis worden. Er gaan geen andere jongeren mee. Wij doen dit niet vaak, maar ik wil u bij deze de gelegenheid geven om kostenloos te annuleren. Om teleurstelling te voorkomen, ziet u.’
Mijn verbazing slaat om in een mengeling van amusement en ironie. Teleurstelling, ha! Eén van de grootste teleurstellingen van mijn leven tot dusver heb ik net achter de rug. Teleurstelling!
‘Wilt u nog wel mee?’ informeert de stem door de telefoon.
‘Eh, ja, ja – ja!’ weet ik uit te brengen. ‘Ik wil heel graag mee. Ik wil gewoon rustig al het moois van Italië zien, en dit lijkt me desondanks de ideale reis!’
‘Dat is het zeker. Prima mevrouw, dan laat ik uw boeking staan. Nog een fijne dag!’
De mooie dag in juni komt, mijn avontuur begint. Van Arnhem reis ik met de touringcar naar Veldhoven, waar alle reizigers van die dag verzamelen in een grote sportkantine. Stil schuifel ik over het tapijt tussen de tafeltjes door. Inderdaad, al deze mensen hier zijn gemiddeld zeker zestig. En ja, ze kijken allemaal verwonderd naar me op. Toch, goedgemutst zet ik me aan een tafeltje met ‘Rome – Florence – Venetië’ erop en introduceer me aan de twee reeds zittende echtparen.
Al snel worden we als groep naar onze reisbus geleid, waar chauffeur Remko (‘met een k!’) ons al op staat te wachten. Een boom van een vent, een gulle lach en een stem als Elvis Presley. Hij is heel de trip onze bestuurder en gids.
Onderweg bij een stop zie ik dat één echtpaar hun zoon mee heeft genomen. Hij heet Patrick is 21, taxichauffeur in Rotterdam. Niet een jongen om direct een vakantieliefde mee af te trappen, oh nee – maar desalniettemin goed gezelschap van mijn leeftijd! Zijn ouders zijn ook blij dat hun zoon, die een beetje onverwachts toch aanhaakte op hun trip, nu zelf iemand heeft om mee te socialiseren.
Ik begeef me dagelijks zo’n beetje met Patrick en ouders, een ander gezellig stel. We zijn allemaal geïnteresseerd in de mooie historische gebouwen, de leuke uitleg van Remko – waar ik ondertussen ook goede maatjes mee ben geworden – en de heerlijke zomerzon.
Is het dan zonder morren een perfecte reis? Oh nee. Dat kun je niet hebben, toch, met ‘oudjes’? Precies.
Zo valt het mij bijvoobeeld op hoe gemakkelijk sommige reisgenoten zich laten inpakken door straatverkopers – terwijl Remko ze het voorgaande moment nog zó gewaarschuwd heeft! Nou goed. Dan is er de rondgonzende vraag wíe ik nu eigenlijk ben. En daar wordt het smeuïg. Sommigen hebben mij halverwege de heenreis naast Patrick zien gaan zitten. Conclusie: we kennen elkaar dus nog maar net. Anderen hebben ons naar eigen zeggen hand in hand zien lopen – dus we zijn verliefd? Verloofd misschien zelfs? De ouders van Patrick behandelen mij als hun dochter. Dus misschien ben ik dat ook, en stapte ik gewoon op een andere locatie in? En waarom delen Patrick en ik een kamer? Sommigen hebben duidelijk gehoord dat we de bedden tegen elkaar aan schoven. Dat kan natuurlijk niet als we broer en zus zijn!
Tegen het eind van de trip geef ik hier en daar desgevraagd uitleg. Het delen van de kamer was mijn initiatief, want dat is veel gezelliger als je ’s avonds nog tot laat met elkaar kletst. De bedden schoven we juist úit elkaar.
Reisgenote Ria kan er helemaal niet over uit, maar richt dat dan ook persoonlijk tegen mij: ik ben té jong, té luid, en té aanwezig voor deze reis. Geen enkele groepsgenoot geeft haar in deze uitspraak bijval. Ik moet er zelf ook wat om lachen, want het is helemaal niet waar. Haar man trekt haar weg met haar gefoeter en zo gaan we allemaal weer verder met onze dag.
Het worden tien leuke dagen. Bruinverbrand en heel wat wijzer keren we terug naar Nederland. Met Patrick en familie houd ik jammergenoeg geen contact, maar met buschauffeur Remko wel. Al jaren volg ik zijn olijke reizen noord- en zuidwaarts via Facebook. Aan de reacties van andere reizigers te zien vormen we een echte fanclub, die met regelmaat Remko belooft nog eens op een volgende trip mee te willen…