Evil Pinky
Voor dit korte verhaal gaan we terug naar 1996. Ik ben twaalf jaar oud en met mijn ouders en mijn grote zus Lucie op vakantie in Duitsland. We verblijven een week in het landelijke Oberöfflingen, nabij de Moezel. Mijn moeder heeft daar een vakantiehuisje gevonden waar pony’s omheen grazen. Lucie en ik zijn paardenmeisjes, dus daar genieten we erg van.
Tijdens onze week bezoeken we leuke attracties in de omgeving. Zo rijden we stapvoets door het hertenpark in Daun, bekijken Cochem aan de Moezel, varen mee op een boot naar Beilstein. Dat laatste vinden Lucie en ik maar saai, want het is de meeste opvarenden alleen om de wijn te doen. Lucie is zeventien en moet van wijn niets hebben. Het is alle dagen prachtig weer, dus gaan we ook veel zwemmen. Dat doen we graag in het prachtige Vitellius-zwembad in Wittlich. Het Pulvermaar, dat ten noorden van Oberöfflingen ligt, is minder in trek; het is een natuurbad en daarom gratis, maar ook erg koud. Om ook wat cultuur te snuiven bezoeken we zo nu en dan ook een stadje.
Zo gaan we op een dag winkelen in Cochem. Niet de favoriete bezigheid van mijn vader, die moe wordt van al ons geslenter. Wij dames willen elk straatje verkennen, elk marktkraampje besnuffelen, en elk winkeltje in. Mijn vader rookt intussen sigaretjes en staat ons altijd buiten in de schaduw op te wachten.
Terwijl onze moeder ergens een winkel binnengelopen is, gaan Lucie en ik samen op verkenning. We hebben zoals ieder jaar vakantiegeld gekregen: elk twintig Duitse mark. Die mogen we besteden aan een leuk souvenir. Goed geluimd lopen we zomaar een schoenenwinkel binnen. Bij de uitgang zie ik iets dat mijn hart steelt: een grote pluche pinguïn van wel veertig centimeter hoog. Hij is ook precies twintig Duitse mark, maar dat vind ik total okay.
Ik ben in die tijd namelijk ook gek op pinguïns. Ik heb al een knuffeltje thuis staan, maar die is lichtblauw, niet zo natuurgetrouw als deze. Ook hangt in mijn kamer een grote poster met een cartooneske pinguïn, zelf gekocht toen op schoolreisje in Burger’s Zoo. Ja, ik loop wel warm voor een pinguïn.
Daarom pak ik met twee handen de grote zachte pinguïn uit de bak en wenk Lucie. Ze gaat met me mee naar de kassa. Een aardige mevrouw komt ons tegemoet en begrijpt dat we deze willen afrekenen. Onze summiere kennis van de Duitse taal laat haar ongemoeid. Met een uiterst vriendelijke stem legt ze ons in begrijpelijk Duits uit wat er zo bijzonder aan deze pinguïn is. Tot mijn schrik pakt ze het staartje vast en ritst het beestje zomaar open!
‘Mit sechs Babies!’ laat ze ons glunderend zien. Eén voor een trekt ze zes kleine grijs vilten knuffeltjes uit de kont van de moeder. Ook bij deze beestjes kloppen alle details.
Dat maakt het mijn volledige vakantiegeld helemáál waard! Ik glim net zo van plezier als de mevrouw en reken de knuffel af. Terug naar buiten, het warme zonlicht in. Mijn ouders zijn gelukkig content met onze aankoop. Na ons dagje Cochem keren we terug naar het huisje. De pinguïn noemen we Pinky en zetten haar die avond tussen onze hoofdkussens in het grote tweepersoonsbed.
Jaren later spreek ik Lucie op een familieverjaardag. Het huisje in Oberöfflingen komt ter sprake. ‘Daar kocht ik Pinky, die heb ik nog!’ roep ik uit. ‘Heb je die nog?’ wil Lucie weten. ‘Evil Pinky! Daar was ik zó bang voor!’ Ik kijk haar echt vol ontsteltenis aan. ‘Hoe kun je nou bang zijn voor een pinguïnknuffel?
Een beetje besmuikt legt ze de toedracht uit. Die nacht, terwijl we sliepen, viel Pinky voorover. In haar droom kwam het beestje op haar af als een gigantisch monster. Ze heeft die nacht geen oog meer dichtgedaan…